± 7 uur. We worden wakker met vliegtuiggeronk en geratel van paard en wagens op de weg. Van vliegtuigen is niets te zien, de lucht is zeer bewolkt. Geen geschut of andere ontploffingen, geen nieuws via de radio.
± half 4 ’t Verkeer op de weg is evenals de andere dagen: af en toe ’n geregelde colonne en doorloopend aparte fietsers en tippelaars en auto’s. In ’t dorp is alles weer gewoon aan ’t werk. De levensmiddelenvoorziening geschiedt met paard en wagen, geëscorteerd door Ned. politie om vorderen van Duitsche soldaten te voorkomen. In de lucht is veel meer activiteit, ’t geronk is niet meer weg, maar we zien er weinig van door de laaghangende bewolking. Van de machines die we zien, zijn geen herkenningsteekenen te onderscheiden, maar we kunnen wel duidelijk de 4 mitrailleurs onderscheiden en daar we voortdurend het angstige in de lucht kijken van de Duitsche militairen zien, weten we, dat daar boven Engelschen zijn. Om half vier ineens heel sterk vliegtuiggeronk. We kijken op en vanuit de eetkamer zien we heel duidelijk een vliegtuig naar beneden duiken. Terwijl we ons afvragen, wat dit betekent, een geweldig gemitrailleer, we kunnen de kogels zien afschieten, en daar ’n tweede toestel, ook mitrailleerende, en weer een derde, zóó tot zeven toestellen toe. Vlak boven ons schieten ze weer omhoog. Wat is het geweest? We hadden geen luchtalarm. Corrie vermoedt iets in ’t dorp, ik in Spoordonk. Even later komt Frans binnenrijden. In de haven zijn een paar schepen bestookt, hij was zelf in de Koestraat! Wonder boven wonder, geen menschenlevens, twee mannen licht gewond. ’t Roode Kruis komt in actie, de transportcolonne rukt uit, brengt 1 gewonde naar ’t Gasthuis, waar de [onleesbaar] juist bezig zijn de Roode Kruis-helpsters hun doop ondergaan.
± 9 uur: We hooren weer geschut. ’t Is weer dichter bij dan de laatste keer.
± 9.30 uur ’n Groote colonne paardenwagens komt voorbij in ’t donker.