In de omgeving zijn 46 telefoonkabels doorgesneden. We bemerken niets van represaillemaatregelen. Nog steeds terugtrekkende troepenbewegingen, ook manschappen worden met auto’s vervoerd, alles richting Best.
Engelschen bij Namen
’t Begint ernst te worden. De Engelschen schijnen al bij Namen te zijn. ’t Voorbijtrekken der troepen blijft, doch alles licht materiaal. ’n Licht Duitsch vliegtuig, oud model, maakt noodlanding in de hei.
Phosphorbommen
De toestand schijnt verergerd. Waren het eerst kleine afdeelingen, die langs kwamen, nu zijn het heele colonnes, maar nog steeds licht materiaal. Tegen half zes ´s avonds wordt het vliegveld bij Eindhoven aangevallen. Honderd bommenwerpers cirkelen erboven en laten hun bommenregen, ook phoshorbommen, neerkomen. ’t Is alles zeer duidelijk waar te nemen. Grote rookwolken stijgen omhoog. ´t Is een magnifiek, maar angstig gezicht. Overal krioelt het van zware bommenwerpers, ze vliegen kris kras door elkaar. Een regen van scherven komt naar beneden, die een heele muziek maken. ’t Afweergeschut is wel in actie, maar raakt verward in al die doelen. ´t Geheel duurde 3/4 – 1 uur. Wij hadden in Oirschot luchtalarm, maar er is gelukkig niets gebeurd.
Amerikanen komen!
´t Begint hier met het bericht dat we ´s avonds om half 10 binnen moeten zijn. Groote colonnes passeren, maar nu ook enkelen per fiets of per wagen, kennelijk niet van Duitschen oorsprong. ´t Is ´n vlucht, Brussel is gevallen! Wat worden we optimistisch en wat gaat het snel! We zijn zóó vrij. We behoeven geen maatregelen te nemen, ´t is voorbij vóór we ´t weten. De geruchten komen, dat de Amerikanen onze grens bereikt hebben. ´t Lijkt niet onmogelijk, maar we twijfelen nog, omdat we nog gaaf en licht materiaal terug zien komen. Waar is dan ´t zware en in de strijd geweest zijnde wapen? Gaat het zoo snel, dat ze alles moeten achterlaten? En waar blijven dan de Amerikaanse vliegtuigen? Om 10 uur geeft de radio het verheugende nieuws, dat ze inderdaad de grens gepasseerd zijn. Hoerah, hoerah, we drinken er een borrel op: Wat nu? Omstreeks 12 uur ’s nachts komt infanterie voorbij, zeer luidruchtig, half dronken. Ze worden iets verder door vrachtauto’s meegenomen.
Teleurstelling
De verwachting, dat ze al zoo spoedig in Oirschot zouden zijn, wordt een teleurstelling. Er komt niets, zelfs geen vliegtuigen. Uit richting Tilburg een groote colonne paardenmateriaal, zelfs een veulentje loopt dapper mee. ’t Materiaal ziet er goed uit, de manschappen niet. ’t Gaat zeer ordelijk.
Groote ontploffingen !! Uit de hei reusachtige rookpluimen. In ’t dorp springen ruiten. ’t Munitiedepôt in de hei wordt vernietigd. Even later zware knallen van den anderen kant.
± 12 uur: Ze zijn in Valkenswaard, Luiksgestel, Scherpenheuvel!!! We worden wild van vreugde, maar we temperen, als we bedenken waar de vliegtuigen blijven en hoe ’t mogelijk is, dat er nog zooveel vanuit Best komt, richting Tilburg, dus richting front. De geruchten worden weer tegengesproken.
± 7 uur: we moeten om 8 uur binnen zijn, doch niemand, die ’t zeker weet en we houden er ons niet aan.
± 12 uur: Reusachtig licht met ontzettende knallen en ontploffingen. We tellen 24 tellen tusschen ’t licht en de knal, rekenen dus ± 7 km afstand, dus op ’t vliegveld wordt alles in de lucht geblazen. ’t Duurt ongeveer 3/4 uur, daarna is ’t rustig. Op de weg weer verkeer. De kinderen slapen overal rustig doorheen.
6 sep 1944
v.m. 8 uur: Verscheidene auto-colonnes gaan richting Best, ordonnances rijden heen en weer. Ravitaillering van troepen, maar waar zijn ze ? Uit Best komen benzine-tanks en ook een vrachtwagen met brood. Telefoon met Den Bosch en Haaren verbroken.
± 13 uur: Radio geeft geen nieuws over Holland. We twijfelen of Breda wel werkelijk bevrijd is. Maar ´t geschut komt dichterbij. ´t Wordt duidelijk hoorbaar en alles dreunt. ´t Is niet regelmatig. In de verte vliegtuigen.
± 2 uur: 12 Engelsche jagers, hoogvliegers, verkennen ‘Welschap’, 2 duiken naar beneden, er wordt niets afgeworpen, althans niets te hooren of te zien. Zou ’t zóó grondig vernietigd zijn?
Vanavond om 8 uur binnen zijn. Officiëel.
± 3 uur: Groote colonnes paardenwagens, ook muildieren, onder goede orde, uit richting Best. Berichten over paardenvorderingen. Wat verdwijnen kan, verdwijnt of wordt onklaar gemaakt!! Bij navraag heeft slechts één soldaat op ’t raadhuis om één paard gevraagd. Allerhande voertuigen passeren ons naar Best. Aparte manschappen zonder leiding, van allerlei wapens. Ze gappen en vorderen vervoermiddelen, zelfs kar, man en paard samen.
± 8 uur: Ze vorderen fietsen! Ik weet niet, of ’t waar is. In ieder geval verdwijnen de karretjes. Er zijn inderdaad ook Oirschotsche menschen, die hun fiets moesten afstaan. Ook boeren, die paard en kar moesten geven.
± 10 uur: De ontploffingen worden zwaarder. Komt ’t geschut weer dichterbij of worden bruggen, munitie-depôts etc. tot springen gebracht? Op den weg is ’t vrij rustig. Vliegtuigen hooren we in de verte.
‘t Regent
’t Regent! We zijn benieuwd wat vandaag brengt. De nacht was rustig, weinig verkeer. Nog steeds kunnen we uit den toestand niet wijs, van beide kanten rijden auto’s en motoren heen en weer. In de verte hooren we nog maar af en toe geschut. We raken overtuigd, dat Breda niet bevrijd is. De regen is overgegaan in een geweldige bui.
± half elf: ’n ontzettende knal! Nog meer ruiten kapot, gelukkig hier niet. Even later zien we jagers boven Eindhoven cirkelen. Langs de weg uit Tilburg een colonne paardenwagens, veel losse gewonde en zieke paarden. Zeer ordelijk, zien er ook vrij goed uit, hebben vermoedelijk rust gehad.
9.30 uur. Frans is gelukkig thuis gekomen [vanaf 2 uur naar Haaren en Den Bosch geweest, red.]. Hij heeft een heele tocht gemaakt. Maar de auto van de gijzelaars is in veiligheid. Er zijn 14 gijzelaars ontvlucht. Bravo!
Rustige nacht
We hebben een zeer rustige nacht gehad, maar de morgen brengt de geruchten weer mee [over executies, aanhoudingen etc.red.]. Op den weg is ’t vrij rustig, naar ’t Zuiden vliegen voortdurend vliegtuigen. We vragen ons af: zijn dat Duitsche of Engelsche jagers? ’s Middag begint wat meer geschut voorbij te komen, vermoedelijke gemotoriseerde artillerie, richting Best. De fiets van Frans wordt door Duitsche soldaten meegenomen. Hij gaat er direct op af en eischt den commandant te spreken. Na een dreigen met Feldgendarmerie en Sicherheitsdienst krijgt hij zijn karretje weer terug.
± half 5. Twee Engelsche jagers vliegen laag over den weg. Een Duitsche vrachtauto stopt precies voor ons huis. In paniek springen er 5 soldaten uit en vliegen aan de overkant van de weg. Na een paar minuten is ’t gevaar voorbij en rijden ze door. Vanaf ’t balcon volgen we de jagers en even later zien we ze draaien en weer over den weg terug komen. Juist passeert een colonne gemotoriseerde artillerie. Zij bemerken de vliegtuigen. ’t Tempo der auto’s vermindert, enkele stoppen, verschrikte aandacht van alle soldaten, er komen verrekijkers voor den dag. Maar de vliegtuigen draaien af en de colonne wordt niet gehinderd.
± 5 uur. Bericht over de radio dat de Amerikanen ’t Albertkanaal over zijn bij Beringen. Nog 50 km van Eindhoven af! We nemen er de kaarten bij en bespreken de mogelijke routes. Zouden we dicht onder ’t front komen te liggen? ’t Is niet helemaal onmogelijk. Maar we moeten ‘t afwachten en alles bijhouden om op ons qui-vive te blijven en we bidden extra, dat O.L.H. ons en ons land moge sparen.
± half 8. Opnieuw 2 jagers in de lucht. Waarachtig, ze duiken en beschieten iets richting Boxtel
Vliegtuig geronk
± 7 uur. We worden wakker met vliegtuiggeronk en geratel van paard en wagens op de weg. Van vliegtuigen is niets te zien, de lucht is zeer bewolkt. Geen geschut of andere ontploffingen, geen nieuws via de radio.
± half 4 ’t Verkeer op de weg is evenals de andere dagen: af en toe ’n geregelde colonne en doorloopend aparte fietsers en tippelaars en auto’s. In ’t dorp is alles weer gewoon aan ’t werk. De levensmiddelenvoorziening geschiedt met paard en wagen, geëscorteerd door Ned. politie om vorderen van Duitsche soldaten te voorkomen. In de lucht is veel meer activiteit, ’t geronk is niet meer weg, maar we zien er weinig van door de laaghangende bewolking. Van de machines die we zien, zijn geen herkenningsteekenen te onderscheiden, maar we kunnen wel duidelijk de 4 mitrailleurs onderscheiden en daar we voortdurend het angstige in de lucht kijken van de Duitsche militairen zien, weten we, dat daar boven Engelschen zijn. Om half vier ineens heel sterk vliegtuiggeronk. We kijken op en vanuit de eetkamer zien we heel duidelijk een vliegtuig naar beneden duiken. Terwijl we ons afvragen, wat dit betekent, een geweldig gemitrailleer, we kunnen de kogels zien afschieten, en daar ’n tweede toestel, ook mitrailleerende, en weer een derde, zóó tot zeven toestellen toe. Vlak boven ons schieten ze weer omhoog. Wat is het geweest? We hadden geen luchtalarm. Corrie vermoedt iets in ’t dorp, ik in Spoordonk. Even later komt Frans binnenrijden. In de haven zijn een paar schepen bestookt, hij was zelf in de Koestraat! Wonder boven wonder, geen menschenlevens, twee mannen licht gewond. ’t Roode Kruis komt in actie, de transportcolonne rukt uit, brengt 1 gewonde naar ’t Gasthuis, waar de [onleesbaar] juist bezig zijn de Roode Kruis-helpsters hun doop ondergaan.
± 9 uur: We hooren weer geschut. ’t Is weer dichter bij dan de laatste keer.
± 9.30 uur ’n Groote colonne paardenwagens komt voorbij in ’t donker.
Nachtelijk verkeer
± 7 uur. We worden wakker met vliegtuiggeronk en geratel van paard en wagens op de weg. Van vliegtuigen is niets te zien, de lucht is zeer bewolkt. Geen geschut of andere ontploffingen, geen nieuws via de radio.
± half 4 ’t Verkeer op de weg is evenals de andere dagen: af en toe ’n geregelde colonne en doorloopend aparte fietsers en tippelaars en auto’s. In ’t dorp is alles weer gewoon aan ’t werk. De levensmiddelenvoorziening geschiedt met paard en wagen, geëscorteerd door Ned. politie om vorderen van Duitsche soldaten te voorkomen. In de lucht is veel meer activiteit, ’t geronk is niet meer weg, maar we zien er weinig van door de laaghangende bewolking. Van de machines die we zien, zijn geen herkenningsteekenen te onderscheiden, maar we kunnen wel duidelijk de 4 mitrailleurs onderscheiden en daar we voortdurend het angstige in de lucht kijken van de Duitsche militairen zien, weten we, dat daar boven Engelschen zijn. Om half vier ineens heel sterk vliegtuiggeronk. We kijken op en vanuit de eetkamer zien we heel duidelijk een vliegtuig naar beneden duiken. Terwijl we ons afvragen, wat dit betekent, een geweldig gemitrailleer, we kunnen de kogels zien afschieten, en daar ’n tweede toestel, ook mitrailleerende, en weer een derde, zóó tot zeven toestellen toe. Vlak boven ons schieten ze weer omhoog. Wat is het geweest? We hadden geen luchtalarm. Corrie vermoedt iets in ’t dorp, ik in Spoordonk. Even later komt Frans binnenrijden. In de haven zijn een paar schepen bestookt, hij was zelf in de Koestraat! Wonder boven wonder, geen menschenlevens, twee mannen licht gewond. ’t Roode Kruis komt in actie, de transportcolonne rukt uit, brengt 1 gewonde naar ’t Gasthuis, waar de [onleesbaar] juist bezig zijn de Roode Kruis-helpsters hun doop ondergaan.
Prachtig najaarsweer
We worden wakker met ’t prachtigste najaarsweer en vergeten bijna, dat ’t oorlog is. De vliegmachines helpen ons gauw uit deze droom! We hebben juist ’t ontbijt op dus
± 9 uur of we hooren de mitrailleurs alweer knallen.
± half elf komt er een patrouille Duitschers in Oirschot om de bruggen te beschermen. Er worden schoppen geleend, o.a. ook bij Arie, om geschut op te stellen en in te graven. De brug wordt ook met dynamiet geladen om te laten springen, en wanneer er vliegtuigen naderen, vliegt alles van de brug af! Maar ze vliegen dóór en de menschen gaan door met hun werk, o.a. de stukken geschut camoufleeren. Frans beplakt onze ramen, voor scherven.
± 1 uur krijgen een boodschap binnen dat er enkele D. bij de auto staan op ’t sportpark. Frans gaat erheen, blijft lang weg.
± 2 uur. komen 2 soldaten de poort binnen. ’t Gerucht was gegaan van fietsen vorderen, maar dikwijls was dit al geweest en mijn eenige maatregel was, de deuren op slot. Maar ik had hierop gerekend! Inderdaad vroegen ze fietsen. Ik antwoordde: één fiets voor de praktijk. Aan ’t bandenspoor zagen ze ook ’t bezit van een motor, dus óf motor óf fiets moest tevoorschijn komen. Ik probeerde tijd te winnen door ’t feit als vrouw alleen zijnde geen vreemde mannen
binnen te laten en vroeg telefonisch hulp van de marechaussée. Deze werd mij toegezegd en intusschen werd geruimd. Na een herhaald telefoongesprek kwam de hulp. Ik opende de garage en daarop volgde huiszoeking, onder dreiging van schieten en handgranaten gooien. Maar alles bleek safe te zijn en de troep marcheerde af, na eerst nog ’n mooie voorstelling gegeven te hebben. Eén van de twee D. ging op ’t berken hek zitten, zakte er prachtig door en dook achterover in de floxen. Intusschen raakte Frans de auto kwijt, d.w.z. hij kreeg een bevestiging dat hij door die en die in beslag was genomen. Na een uurtje kwamen ze hem halen maar hij bleek zoodanig verzekerd te zijn, dat hij deze nacht nog hier moet blijven. Ook de 2 vorderders overnachten in de stal! En wie weet wat morgen brengt, want de radio geeft ’t nieuws dat de spitspatrouilles bij Valkenswaard over de grens zijn geweest. We kunnen ’t dezen keer goed gelooven, want in den omtrek hooren we verschillende groote knallen en zien rookpluimen; bruggen e.d. worden opgeblazen. Ieder oogenblik verwachten we ’t springen van de bruggen over ’t Wilhelminakanaal. Er trekt veel paardenmateriaal voorbij.
± 10 uur We hooren weer duidelijk en veelvuldig ’t gedreun van geschut.
De brug is nog niet gesprongen
De brug is nog niet gesprongen vannacht, maar wel ben ik meerdere keeren wakker geworden van ’t dreunen van geschut. Op de weg is ook meer verkeer geweest dan de andere nachten. En ’t duurt niet lang meer, of we hooren ook weer vliegtuigen. We krijgen inderdaad de overtuiging dat de Amerikanen naderen. In de hei laten ze alle munitie ontploffen, ontzettende knallen af en toe, ’t kost weer heel wat ruiten. Ook de kinderen raken meer aan de ontploffingen gewend.
± 10 uur. Er komt weer een soldaat om een auto, motor of fiets. Hij wil de garage zien en gelukkig is alles schoon leeg, dus hij trekt af. [de auto is eerder die dag meegenomen, red.]
± 1 uur Frans komt van practijk thuis, maar….. loopende! Hij moest zijn motor afgeven op Spoordonk. Al zijn papieren en zijn praten helpen niets. Maar toch zijn het verliezen waar je gauw overheen komt, want je hoort het geschut steeds dichterbij komen en voortdurend cirkelen vliegtuigen. Je voelt de gevaren grooter worden, ook de zorg om allen behouden te blijven en je komt daardoor tot de conclusie: laat die auto, en die motor maar, voor mijn part nog meer erbij, als we zelf maar behouden blijven. Er komen ook weer 6 kanonnen voorbij. Even later hooren wij, dat ze bij de bruggen in stelling worden gebracht, en we zien vanuit huis ook duidelijk de drukte die er op de kanaaldijk is. Dan komt de tijding, dat 50 burgers mee moeten helpen en we zien ook inderdaad burgers verschijnen; maar wat bij luchtalarm niet lukt, lukt nu wel, n.l. de straat is ineens geheel schoon, want ze halen maar gewoon op! De spanning begint weer grooter te worden. Zal er bij Oirschot gevochten worden?
± 5 uur vliegen er weer 5 à 6 vliegtuigen recht boven ’t kanaal; in de richting Tilburg zien we ze duiken en hooren ’t schieten. Het huis dendert van voortdurend geschut. In de kelder hebben we nu ook maatregelen genomen.
Mitrailleurvuur
Vannacht om ongeveer 1 uur werden we eensklaps verrast door geweldig mitrailleurvuur uit vliegtuigen. ’t Is vlakbij geweest. De D. worden zenuwachtiger en laten hun hebben en houwen wat verder van ’t kanaal afbrengen. De vliegtuigen zijn vandaag wat rustiger.
We beginnen ongeduldig te worden. Iedere avond en iedere morgen zijn we dankbaar, dat we er allemaal nog zijn. Opnieuw zijn ze weer om een fiets geweest, maar de deur was op slot.
Opgestaan met regen
Vannacht heel rustig geweest. We zijn opgestaan met regen en zijn benieuwd of dit van invloed is op de gevechtshandelingen. Nu ’t gevecht zoo lang op zich laat wachten, worden we weer wat optimistischer. We beginnen met maatregelen om onze bevrijders te ontvangen!
Tegen 11 uur klaart het weer op en begint de zon zelfs te schijnen. Af en toe is ‘t, alsof er geen oorlog is, zóó stil is ’t dan rondom. Vliegtuigen zien we heelemaal niet vandaag. Dan hooren we ineens dat tusschen 5.30 en 6 uur de brug bij Termeer zal springen. Eindelijk dan toch, we zaten er al lang op te wachten en als ’t gebeurd is, zijn we er vanaf. Frans blijft op de Soc [sociëteit ? red.] en ik neem zelf weer de nodige maatregelen. De luiken dicht en de ramen en deuren open en allemaal naar de kelder. Daar bidden we en eten ondertusschen onze
boterham op. We hooren 5 ontploffingen, maar de brug is ’t niet, totdat om 7.10 uur ineens met ’n geweldige klap en veel stof de brug zakt. ’t Blijkt niet voldoende geweest te zijn en om 9.15 uur gaat met ‘n 2e geweldige klap de rest. In ’t dorp [sneuvelden] enkele ruiten en verscheidene pannen. ’t Springen der brug is natuurlijk bedoeld voor oponthoud der geall. legers, die dan ook op komst moeten zijn.
Geschut komt dichterbij
Hoe het ten Zuiden van Oirschot is, weten we niet. Zelf meen ik het geschut vandaag weer dichterbij gehoord te hebben, maar de actie der vliegtuigen was weer zeer gering. De spanning gaat er wat uit, je voelt een stilstand, niettegenstaande de maatregelen dat ’t halve dorp in de omgeving van de brug op ’t eerste bevel moet evacueren. ’t Geeft weer veel last en gesjouw. Wij hoeven ’t niet, vallen juist buiten de strook. Frans wil weeten waarom, ook ten opzichte van onze veiligheid. ’t Leven wordt er niet gemakkelijker op. De distributiedienst geeft noodkaarten uit, de winkels raken zonder voorraad. En de brug op den Heuvel is nog intact. Ook op den weg is niets anders geworden. Aan de brug in Spoordonk is een bom bevestigd geweest; geringe schade aangericht.
Dorp wordt geëvacueerd
Weer ’n rustige nacht. Volop spanning, geheel anders dan gisteren. ’t Dorp aan de kanaalzijde van de straat tot aan ’t Sportpark en tot en met Boterwijk is aan ’t evacueren. Van alles komt langs, sommigen verhuizen met hun geheele inboedel. Frans kan niet te weten komen waarom dit gedeelte op ’t eerste teeken weg moet en wij gissen van alles. In ieder geval brengen wij ook weer ’t nodige uit huis en zetten wat klaar, want wanneer ’t zover is, spreken we af, dan gaan de kinderen en ik ook weg en blijven Frans en Nellie thuis.
In Oirschot beschieten ze éénmaal de brug op den Heuvel, die nog steeds in tact is, en iets in Spoordonk, waarop brandalarm volgt. Jan Rijnen zou afbranden. Omstreeks 4 uur waarschuwt men weer, dat ze mannen aan ’t ophalen zijn voor graafwerk etc. De mannen, behoudens de enkelen die bij verrassing gepakt worden, verdwijnen weer. Omstreeks 5 uur weer vliegtuigen, zeer laag overvliegend. ’t Geschut op den kanaaldijk schiet op ze en we verdwijnen in de kelder. Er gebeurt echter verder niets en we zijn er ook weer gauw uit.
’s Avonds om 10 uur, ik ben al naar bed, wordt er gebeld. Frans verdwijnt en ik ga naar beneden. Door het luikje vraag ik, wat er is. Ook op herhaald vragen krijg ik geen antwoord. Ik verken ’t huis rondom, maar zie niets. Ik waarschuw Frans, maar deze vindt het nog te gevaarlijk om tevoorschijn te komen. Na nog wat wachten en kijken komt hij weer terug. In de richting Eindhoven zien we een ontzettend vuur, in richting Beers 6 à 7 schijnwerpers
Explosies
Nellie komt uit de kerk met het bericht dat vermoedelijk de bel is geweest om te waarschuwen voor ’t laten springen van bommen en munitie. Om ± 9 uur zware explosies met rookwolken uit de hei, vrij dichtbij. In de kerk onder de H.Mis begeeft het een raam; angst en schrik onder de menschen. De explosies blijven een uur duren. Geen vliegtuigen, af en toe in de verte in ’t Z. geschut. Omstreeks 11 uur verschijnen vele bommenwerpers. In de geheele omgeving, ook dichtbij op den kanaaldijk worden bommen geworpen: luchtalarm! We verdwijnen in de kelder, bevelen ons nog eens extra aan Boven aan. ’t Duurt 3/4 uur. In de kerk onder de Hoogmis begeeft het raam het helemaal: paniek onder de menschen, die allemaal onder de banken willen kruipen. Pastoor bidt rozenkrans. Daarna krijgt Frans telefonisch bericht, dat de Duitsche commandant met enkele notabelen om 2 uur een bespreking wenscht. Bij nadere informatie blijkt, dat Maandagmorgen om 7 uur alle mannen van 17-45 jaar op de markt moeten komen met schoppen en zagen. Komen ze niet, dan zijn de notabelen aansprakelijk en zullen naar Duitschland gevoerd worden. Ook zal de evacuatie van ’t dorp, nu in zijn geheel met 300 m. buiten de kom, dus ook wij, besproken worden. Frans en nog meer notabelen besluiten niet te gaan. Het geheele gemeentepersoneel verdwijnt met het bevolkingsregister. Spanning overal. Tegen 2 uur verschijnen een groot aantal vliegtuigen uit
het Z., schuin over ons heen vliegend, zeer laag. We beginnen te tellen, komen aan ± 80, maar zien er nog veel meer komen. Dan begint een heksenketel van ontploffingen: bommen, afweergeschut, kanongebulder, mitrailleurs, geweren, enz., enz. Alles is in werking, veraf en dichtbij op den kanaaldijk. ’t Is vreeselijk, in de hel moet het, daarbij vergeleken, stil zijn. 1½ uur zitten we in de kelder en bidden. Vanuit het kelderraam zien de kinderen, dat vliegtuigen aan een ‘touw’ vooruitgetrokken worden. We weten nog niet, wat dat allemaal beteekent, vermoeden forceren van een bruggenhoofd over ’t kanaal. Maar dan moeten de Amerikanen of Engeslchen toch al dichtbij zijn. Er komen boodschappen van getroffen paarden en koeien. Frans gaat uit, komt terug met het bericht dat massa’s vliegtuigen en parachutisten geland zijn tusschen Rooij, Schijndel, Boxtel. Alleen ’t dorp aan beide zijden tot aan ’t Sportpark moet evacueren, wordt ‘Sperrgebiet’. Goede berichten dus. Op de bespreking waren 5 menschen, die allen ook besloten te verdwijnen. Weer begint het gesjouw van de bevolking. In Oirschot zitten enkele parachutisten uit een aangeschoten vliegtuig. Frans verdwijnt. We verwachten veel van de radioberichten, maar halverwege wordt de elektriciteit uitgeschakeld. We gaan vroeg slapen.
Weermacht materiaal naar Best
We worden om 7 uur wakker van ’t sleepen van de menschen en van ’t weermacht-materiaal, dat naar Best gaat. ’t Geschut op den kanaaldijk verdwijnt, op één mitrailleur na. ’s Morgens een heftige ontploffing. We zien niets, maar alles dreunt. In de richting van de brug Eindhoven-Best wordt blijkbaar hard gevochten. Nellie gaat om brood en levensmiddelen, ze komt met wat thuis. ’t Dorp is verder uitgestorven. Er vliegen enkele vliegtuigen over, waarop geschut van ’t kanaal nog schiet, maar ’t zijn de laatste stuiptrekkingen. ’t Verdwijnt en wordt in de Boterwijk weer opgesteld. Om ± 12 uur komt Frans thuis en is niet van plan weer weg te gaan. Hij voelt blijkbaar, dat ’t nadert en wil ons niet alleen laten. ’t Schieten en de ontploffingen uit Best worden steeds heviger. Er komt bericht dat de brug onbeschadigd in Engelsche handen is: bloedbad aan beide zijden. Om 5 uur verschijnen er weer massa’s zweefvliegtuigen richting uit Tilburg. We gaan weer naar de kelder. Om 5.30 uur komen er doodvermoeide, loopende soldaten uit Best, enkele zijn verbonden. Hebben ze ’t opgegeven? Ze hebben granaten in de hand, klaar om direct te gooien en kijken schichtig en angstig rond. Dan zien we auto’s met witte vlaggen, vol met gewonden. ’t Is een vreeselijk gezicht, veel bloed, allen even vies, vuil en bang. In ’t Cons. bureau krijgen ze hun verzorging en worden naar Tilburg gebracht met vrachtwagens van de Duitschers zelf. Om 6.45 krijgen we de eerste Tommie te zien: 2 krijgsgevangenen!! Ze zijn blootshoofds en zien er vermoeid uit. Eén ervan ziet ons en glimlacht nog. ’t Zijn mannen van ± 30 jaar, gekleed in donkere khaki overalls met veel zakken, riemen en touw, dikke bruine schoenen, 1 distinctief op de linkermouw. We hebben medelijden met de kerels, trouwens ook met deze zóó totaal verslagen Duitschers. Roode Kruis auto’s rijden voortdurend heen en weer. Steeds komen er nog groepen uit Best, klein geschutmateriaal met zich meedragend. Om 8.30 komt uit het dorp een commando-auto, vóór en achter een motorfiets. De officier achterin laat schuin voor ons huis stoppen, stapt uit en commandeert de doodvermoeide zich voortsleepende Duitschers weer terug. “Zurück, zurück!” buldert hij en ze keren weer om! ’t Is afschuwelijk. Ook worden weer andere versche troepen naar Best vervoerd per fiets, per auto en loopend. We gaan een angstige nacht tegemoet. Om 2 uur kregen we nog telefoon uit Nuenen dat in Son de vlag uithing en dat de Duitschers om 3 uur uit Eindhoven verdwenen moeten zijn.
Een nacht zonder vechten
Een nacht zonder vechten. Wittenboer ontdekt dat zijn varken gestolen is. Om half 12 komt Mien Wouters. In haar huis heeft ze inkwartiering, ’t is er een zwijnenstal. Ze stelen van alles en halen alles overhoop, vernielen veel. Ze vertelt, dat de D. ingesloten zijn. Uit de werkelijke gevechtssituatie kunnen we niet wijs. Uit Best komen af en toe loopende vermoeide soldaten. Ze worden in scholen en in enkele particuliere huizen ingekwartierd. ‘t Is verder vrij rustig tot om 4 uur vanuit het Zuiden honderden vliegtuigen met zweefvliegtuigen komen, richting Best. ’t Blijft tot 6 uur voortduren. We missen geweldig de radioberichten. 1
Zweefvliegtuig wordt geraakt en boven Oirschot losgelaten. We vernemen later dat het op een weiland op Moleneind gedaald is. Om 6.30 uur krijgen we bevel alle ramen te sluiten en dan komen even later de juist opgerukte troepen uit Best weer terug. Frans meent, dat het nu uit is.
Om half 10 wordt op de deur geklopt. Scholman [dokter, red.] komt zeer vermoeid uit Best. Hij ook vermoedt een Duitsch bombardement op Eindhoven. ´t Zweefvliegtuig dat op Moleneinde daalde, is geladen met munitie en 7 Amerikanen, ´t werd tot ontploffing gebracht. We zien ´t goed branden en ook Eindhoven.
Bij v.d.Spijker is een verbandpost. Om 10 uur opnieuw gebons op de deur. ´t Zijn Duitschers. Ze willen in een onbewoond huis een wachtpost maken. Nu ze zien, dat dit bewoond is, gaan ze verder. Ze trekken bij Bert Heerkens in. En we gaan slapen, in afwachting van de komende dingen.
Britse tanks in Best
Ik heb aan een stuk geslapen en niets gehoord. Frans heeft veel paardenmateriaal Bestwaarts horen gaan. Om 8 uur wordt ons verteld dat de Britsche tanks in Best zijn en dat Eindhoven gisteren is bevrijd. En dan verwondert het ons, dat het zoo rustig is. Om 11 uur ziet Nellie een gewonde soldaat uit Best, aangevoerd per motor, bij Janus Vogels, waar inkwartiering is, afgeleverd worden. Frans verteld even later dat het een half ingevroren varken was! Er is een patiënt voor hem in Spoordonk. Hij krijgt een briefje en een fiets in leen van de Duitschers, om er heen te gaan. Even na 12 uur hooren we vliegtuigen waarop door het geschut dat in de Boterwijk staat, geschoten wordt. Dit wordt om half 4 herhaald. Om half zes vliegen honderden bommenwerpers en jagers door elkaar vanuit het Zuiden over ons heen, richting Best. ´t Is een veel en veel massaler vertoon van vliegen dan op 10 Mei 1940, waaraan ´t je toch onwillekeurig herinnert. ´t Geschut in de Boterwijk zwijgt.
‘s Nacht wordt niet gevochten
´s Nachts wordt niet gevochten. Alhoewel we ´t front dichtbij hebben over ´t kanaal in Best tusschen Oirschot, is ´t toch rustig. Van ons huis willen ze een bureau maken, maar vijf kinderen en een zieke vrouw doen veel!
Tegen 10 uur hooren we aan de andere kant van ´t kanaal een geweldig lawaai. Ik denk eerst aan Duitsche auto´s met kettingwielen, maar verwerp het, omdat het nog meer lawaai geeft; bovendien hoor ik er vliegtuiggeronk bij, maar de lucht is zeer nevelig en ik zie niets. Doch even later wordt er vanuit Oirschot in die richting geschoten. En jawel hoor, ´t schieten wordt van de overzijde beantwoord!! Duidelijk horen we de kogels inslaan en fluiten. Op ´t dak, op ´t balcon, in de verwarming van de eetkamer, waar ´t meteen een ruïne is van ’t zwarte water. We vliegen allen de kelder in, waar we menen veilig te zijn. ’t Duurt ongeveer een half uur en dan is ’t weer stil en kunnen we weer naar boven. Eerst eens bekijken, wat er is aangericht! In de groote kamer een kogel en in de apotheek een kogel dwars door ’t plafond heen. ’t Is dus flink raak geweest en we hebben midden in de vuurlinie gezeten. In ’t dak tellen we nog enkele kogelgaten; in totaal hebben we 11 kogels door ons huis gehad. Toch nog maar geringe schade. Maar we zijn onze kachel kwijt; die kunnen we niet meer gebruiken, nu al ’t water uit de buizen weg is. We behelpen ons maar met een petroleumtoestel, zoolang onze voorraad petroleum ‘t uithoudt. En opnieuw gaan we pakken en zooveel mogelijk klaarzetten om in uiterste nood nog te kunnen meenemen. Intusschen is ’t in Best rustig en komen soldaten uit Best naar Oirschot.
Blijkbaar is er iets in aantocht over ’t Eindhovensche pad. Vandaar kwam ’t heen en weer schieten en langs den dijk komen groepjes soldaten te liggen. Vanaf half twaalf is ’t vrij rustig. Af en toe hooren we schieten, vooral ook op verkennende vliegtuigen, maar we raken er aan gewend. Tot om ± 4 uur er vliegtuigen komen, die enkele bommen op de Duitsche stellingen – of zoo kun je ’t eigenlijk niet eens noemen- afgooien. Hooren en zien vergaat en we nemen onze toevlucht weer in de kelder, waar we steeds opnieuw ’t Lieve Vrouwke om bescherming vragen. De kogels vallen weer opnieuw in onze richting, al zijn ’t er niet zooveel als ’s morgens. ’t Duurt ook niet lang, of ’t gevaar is weer geweken en komen weer omhoog. Maar we blijven in de keuken, waar we nu geheel woonen en de kinderen spelen. We krijgen
bericht, dat in ’t dorp ‘n man doodelijk getroffen is en verschillende anderen licht gewond. Dan zijn we toch weer extra dankbaar, dat wij nog allemaal behouden bleven. In de toren moeten de Duitschers beschut hebben opgesteld en de toren moet ook getroffen zijn door Engelsch geschut. Verder berichten dat de Amerikanen reeds met tanks over de Waal bij Nijmegen zijn. ’t Gaat dus goed, al maken wij hier af en toe angstige oogenblikken mee. We gaan weer bijtijds naar bed in volkomen rust.
Onrustige nacht
We hebben onze eerste onrustige nacht gehad en 1½ uur in de kelder doorgebracht. Vóór 1 uur was ‘t, op enkele schoten na, vrij rustig geweest. Maar toen kwamen de projectielen gierend over ons heen en sloegen dichtbij in. Zoo vlug we konden brachten we de slapende kinderen de kelder in. Zoo goed mogelijk trachtten we daar een ligplaats te krijgen, maar ’t bleek zeer slecht te gaan. We hebben ’t er, zoo lang ’t hoog noodig bleek, in uitgehouden, maar toen zijn we toch maar weer naar bed gegaan. De rust was echter van korten duur, want om 5 uur begon aan den overkant van ’t kanaal een verwoed mitrailleur en artilleriegevecht, in de richting van Wintelre. ’t Bleef echter aan dien kant van ’t kanaal, waar we op verschillende plaatsen ook flinke branden zagen. Om half acht worden we weer ons bed uitgeschoten, de projectielen vlogen weer over ons heen. Frans merkte gauw, wat de bedoeling was. Onze prachtige toren! De stukken vlogen er al af. De Duitschers bleken een uitkijkpost in de toren te hebben en deze moet er nu aan ten slachtoffer vallen. ’t Is vreeselijk, vreeselijk! En intusschen maken ze aan onze kant van ’t kanaal weer allerlei stellingen, gericht over ’t kanaal heen. Ze worden dus blijkbaar ook aan den overkant verwacht. Niettemin wordt het er voor ons in Oirschot niet mooier op, want vanuit Best komt ook nog steeds geschut, en we moesten ook weer een half uur naar de kelder, omdat we midden in ’t vuur liggen. Frans vindt ’t niet meer verantwoord, dat ik met de kinderen en Nellie nog langer in deze hel blijf. Hij gaat naar Wilh. Kemps en spreekt af, dat ze ons met een stootkar, om nog wat bedden goed mee te kunnen nemen, komen halen. ’t Is even een slag voor me, waar ik overheen moet. ’t Ergste is dat Frans niet meegaat en thuis blijft. Maar als je de situatie aan alle kanten bekijkt, dan is deze toch de beste oplossing. Om 2 uur nemen we afscheid, bevelen huis en haard nog eens extra aan ’t Lieve Vrouwke en we starten.
Na een veiligen overtocht, waarbij zelfs een enkele maal een granaat over ons heen vliegt, komen we om ± 3 uur bij Kemps aan (nu Straten 18, red.), waar we hartelijk verwelkomt worden, ook door de fam. Smits en Tante Jaantje met haar 2 Zeeuwse évacués, die reeds vanaf Zondag hun bivac hier hebben opgeslagen. Met een groot hart, goede wil en Brabantsche gastvrijheid is hier veel mogelijk, want ook Hertha (hun hond, red.) is met ons, als een trouwe geleider, meegegaan. Inderdaad is ’t hier veel rustiger. We hooren wel ’t schieten van allerlei geschut in allerlei richtingen, maar je krijgt een veiliger gevoel, nu je niet meer zóó dicht onder de vuurlinie zit. Maar ook hier wordt de rust gestoord. Om 7 uur komen een paar Duitschers kwartier maken voor 80 man, 40 paarden en 20 karren. Er is niet vanaf te komen. ’t Brengt weer een enorm extra werk mee: schuren moeten ontruimd worden en alles goed opgeborgen. Er blijven voorloopig 3 man, de anderen zullen nog komen. Om 10 uur komen er 4 soldaten bij: zware baarden, zwarte gezichten en handen, doodvermoeid en zeker 2 gewond, een schot in de kuit. Met warm water en een noodverband is de man weer geholpen. Ze eten wat korsten brood en vertrekken weer. ’t Is afschuwelijk! Blijkbaar waren deze verdwaald, of knijpen ze eruit? Om 11 uur, na een gezamenlijk avondgebed gaan we naar bed.
Weer een zeer onrustige nacht
Alhoewel we hier niet in een kelder moeten kruipen, blijkt het ook weer een zeer onrustige nacht te zijn. Op de eerste plaats de ongewone slaapplaatsen, wat bij de kinderen zeer goed merkbaar is. Dan om 2 uur komen de verwachte gasten. ’t Geeft veel lawaai, al heerscht er discipline. Orders zijn uitgevaardigd: stilte, omdat er kinderen zijn, niet rooken en geen water, dan alleen voor de paarden, wegens watergebrek, wat hier in de omgeving dan ook zeer nijpend is. Na 3 uur is ’t weer stil, doch om 5 uur weer een helsch lawaai van
schieten, allemaal in de richting van ’t dorp. Wat moet er toch veel kapot zijn; ’t duurt ruim een uur lang. Als we opstaan, zien we volop Duitschers rond ’t huis; 45 hebben er geslapen, 4 paarden en 4 karren. Ze ruïneren in korte oogenblikken den geheelen hof. Ze zijn als opgejaagd wild, want tegen 10 uur schijnt er een minder prettige tijding binnen te komen. Vliegensvlug moet alles ingepakt en ingespannen worden. Ze staan klaar voor vertrek, ook die in de verdere omgeving, maar ’t vertrek gaat toch niet door. En in ’t dorp blijven ze de toren beschieten en het Duitsche geschut, dat in de Boterwijk staat. Om 2 uur vertrekt Nellie naar ’t dorp. Dan om 5 uur verschijnen Engelse jagers boven ’t dorp. We hooren schieten en bommen vallen en even later zien we een zware rook tusschen de kerk en de molen. En dan komen zwermen vliegtuigen met zweefvliegtuigen over, zwermen en nog eens zwermen. Enkele worden blijkbaar niet ver geland. Wat moet dat toch gaan worden? De Duitschers komen hier helemaal ingesloten. Nellie komt gelukkig goed uit ’t dorp terug, maar brengt slechte en goede berichten mee. De slechte zijn, dat er op ’t sportpark naast ons huis een kanon opgesteld wordt en de bediening ervan met de commandant in de stal van ons huis wordt ingekwartierd. ’t Is niet fraai. Ik geef nog maar weinig kans dat we er enigszins behoorlijk afkomen op deze manier. Frans blijft nog steeds thuis, doch kleedt zich niet meer uit en blijft voortaan in de kelder slapen. Met het eten behelpt hij zich en scharrelt hier en daar wat in de buurt met Arie samen op. Wat ’n leven, wat ’n chaos! ’n Goed bericht is, dat de Engelschen geprobeerd hebben bij de Bast met bootjes over ’t kanaal te komen, wat jammer genoeg mislukt is. Intusschen wordt onze toren nog steeds beschoten, hij begeeft het nog niet. Juist voor Vriens zijn huis is door een Engelse jager een Duitsche munitieauto in brand geschoten. Alleen de Duitschers zijn erbij verongelukt; bij Vriens veel huisschade, zij waren in de kelder. Wij zagen het van Kemps uit gebeuren; wisten natuurlijk niet, wat er geraakt was, maar zagen zware rookwolken opstijgen. Eenige zijn er in de schuilkelder geweest. Verdere berichten ontbreken totaal; wij weten van geen andere oorlog af. Maar ’t is hier verschrikkelijk genoeg. ’t Ergste is, dat er af en toe een verdwaald projectiel in de Piekenhoek terecht komt. Daar bevinden zich zeer veel Bestsche geëvacueerden op de boerderijen, bij eenige van 80-150 toe. ‘t Heeft reeds verschillende slachtoffers gevraagd (4 dood) en ook zwaar en licht gewonden. De toestand is daar verschrikkelijk. Veel honger en dorst, veel kinderen ziek; vrouwen die bevallen moeten en niets meer bezitten; vrouwen juist bevallen, die alweer rondtobben. En in den avond begint het nog te regenen ook. Hoe moet dat in die volgepropte lekkende schuren? En dat duurt nu al bijna een week! O.L.H. geef toch uitkomst a.u.b.! Tegen 7 uur ’s avonds rijdt er op ‘ons’ erf een volle munitiewagen binnen. De schrik bevangt ons, we praten met de menschen, maar ’t helpt niets: hij blijft! We krijgen juist een verhaal, dat er bij Mieke v.Krieken in Spoordonk naast het huis ook een munitiewagen stond. Deze werd door een toevallig overvliegende granaat precies getroffen. Van ’t huis is niet veel meer over, maar ze leven gelukkig nog. Dan wordt ‘s avonds de zeug van Kees Roefs gevorderd en meteen geslacht. Hij krijgt wel uitbetaald en na lang bedelen ook een stukje vleesch. Je hebt niets en niets te zeggen. Ze staan direct klaar met het geweer; ’t is een ware terreur. En zij voelen ook heel goed, dat zij onze vijand zijn. We gaan laat naar bed.
Bij de Paters vier H. Missen
In de kapel van de Paters zijn er vier H.Missen, echter zonder verplichting om mee te hooren, maar wij gaan allemaal. Behalve een artillerie-duel dicht bij Oirschot is ‘t ’s nachts tamelijk rustig geweest. Op weg naar de H.Mis hooren we de granaten over de spoorlijn gieren en inslaan. In beide dorpen is ’t vrij rustig en men weet verder weinig nieuws. Onder de H.Mis hooren we in Oirschot een geweldig duel tusschen twee stukken geschut. We hooren van ’t een zoowel als van ’t ander afschieten, gieren en inslaan. Ze kunnen elkaar niet kapot maken en geven ’t niet op. Toch wordt het na langen tijd weer minder en dan rustig. Wat een tegenstelling! In de kapel alles zoo vredig, geheel gericht op Boven en daarbuiten is alles er op ingericht om zooveel mogelijk dood en ongeluk te brengen. Ikzelf biecht en communiceer en vraag dringend om uitkomst. Indien mogelijk zal er een Pater naar ’t dorp gaan om aan onze buurt zijn geestelijken hulp aan te bieden. ’t Is anders weer Oirschot kermis. Dank zij de aanwezigheid van de fam. Smits merken we er in huis nog wel iets van. ‘s Middags gaat Nellie weer naar ‘t dorp. Intusschen wordt er wat verder van Oirschot af hard gevochten en krijgt ook de toren weer wat treffers. Op sommige oogenblikken is ’t geschut niet van de lucht af. Onze munitiewagen wordt wat dieper weg in de boogaard gezet, wat minder dicht bij huis gelukkig. Maar dan vertellen menschen, die van richting Heerebeek komen, dat er nog veel meer menschen en paardenmateriaal wordt ingekwartierd! ’t Komt uit Boxtel en Oisterwijk. En vanuit ’t dorp hooren we, dat de Engelschen verder langs ’t kanaal naar Tilburg gaan, ze zijn ongeveer in Diessen. We beginnen de plannen wat te doorzien. Men zal de Duitschers hier volkomen insluiten!! En wat zullen die doen? Doorvechten tot de laatste man en ten koste van een opeengehoopte massa vluchtelingen, of zich overgeven? En hoe moet die massa hier gevoed worden? Lieve Vrouwke, laat ons niet in de steek! Nellie komt weer gezond terug met veel bagage nog uit het huis. Frans maakt het gelukkig goed met zijn inkwartiering. ‘t Kanon heeft nog niet geschoten; de commandant is zelfs bang, dat iemand te weten komt dat er daar een staat opgesteld! Toen ze langs Van der Vleuten op de Bestscheweg kwam, sloeg juist achter dat huis een granaat in. In ’t dorp is al heel veel stuk, er wonen nog maar weinig menschen, en deze zitten dag en nacht in de kelder. Tegen den avond komt een van de soldaten triomphantelijk binnen met een verlaten Duitsche auto. Direct wordt de auto onherkenbaar gemaakt. Een uurtje later komt een S.S.-Dokter zijn wagen zoeken en vindt deze achter het huis! ’t Spant er even geweldig, doch de dokter komt er niet achter, wie zijn wagen meenam. We gaan vanavond wat bijtijds naar bed.
Slecht weer
Vannacht zijn enkele granaten over ons heen gegaan, ik kon niet meer uitmaken van en naar welke richting ’t kwam en gaat. Maar ze slaan niet dichtbij in, dus ik blijf liggen. Al vroeg krijgen we een bericht uit ’t dorp, dat het daar vannacht ontzettend geweest is, maar bij Frans is alles toch nog goed. Van den oorlog krijgen we geen hoogte meer. Volgens mij houdt de Engelschman met zijn geschut de Duitscher hier vast, maar is niet van plan Best en Oirschot te nemen.
Vandaag is ’t weer zeer slecht, zware regenbuien af en toe. Maar wanneer ’t even droog is, dan schieten de vliegtuigen, vooral jagers, vooral laag, zelfs zeer laag door de lucht. Ze verkennen hier de geheele omgeving. Oppassen dus, want ze zien drommels goed, dat er hier ook Duitschers met wagens en paarden zijn. Hoe zou ’t met onze eigen paarden zijn? Ik weet er niets meer van en ’t gaat aan mijn hart. Maar je krijgt het gevoel steeds meer, dat alles minder waarde krijgt, als je maar de hoofden bij elkaar kunt houden. En dat zal nu ook grote zorg gaan worden, want wat zal er gebeuren, wanneer de vliegmachines gaan beginnen? In ’t dorp hooren we nog steeds de granaten inslaan. Dan komt om 4 uur ’t bericht, dat het dorp op zich geheel ontruimt moet worden, binnen de 5 minuten. Frans blijft nog. Maar we zien de menschen weer sleepende langskomen, bijna nergens is meer plaats. Ze zien er ontdaan uit, ook al van de vele slapeloze nachten, die deze menschen in hun kelders doorbrachten. En ook worden even verder de écvacués er weer uitgestuurd, omdat er Duitschers worden ingekwartierd! Een boerderij van Der Kinderen moet geheel ontruimd worden, de een zegt voor lazaret, de ander vanwege de munitie. Maar ’t is weer vreeselijk, vreeselijk. Hoe zal ’t voor ons nog afloopen? Nellie is niet meer naar ’t dorp geweest.
De Duitschers hebben blijkbaar feest
Een nacht zoals we er al vele doormaakten. Tusschen de ontploffingen door wordt er toch nog wat geslapen. ’t Regent verschrikkelijk, maar ’t hindert de verkenners in de lucht weinig, dan vliegen ze maar wat lager. Gelukkig, dat er hier nog niets mee gebeurd is. Af en toe zien we ze toch duiken en hooren we ze schieten. We zijn toch weer vol vertrouwen op O.L.Vrouw. Frans laat de Broeder van ’t klooster de beste wenschen met een stuk rundvlees brengen. Hij vertelt, dat er 3 granaten op ’t Sportpark ontploft zijn, en weer wat schade in huis is aangericht. ’t Zal toch wel een geruststelling voor Frans zijn, dat hij zijn vrouw en kinderen zóó dicht bij weet! De Duitschers hebben blijkbaar feest, er moet volop appeltaart en cake gebakken worden en er zijn kisten en kisten druiven aangekomen. Iedere afdeeling krijgt nog een flesch snaps en een kistje sigaren. Later vertellen ze, dat dit alles voor de soldaten aan ´t front is. Ik vraag me af, waar nu eigenlijk het front is? ’t Heete gevecht hooren we in de buurt van Tilburg. In Best vechten af en toe misschien enkele patrouilles, die echter nog steeds niet verder komen dan de Bestsche overweg. En in Oirschot is het meest artilleriegeschut heen en weer. Nellie gaat ‘s middags weer naar Frans. Als ik de kinderen maar over durfde laten, dan ging ik zelf eens naar hem toe. Maar ik vind de verantwoordelijkheid te groot, om die op een ander te schuiven. Tegen 5 uur hooren we ineens een vreeselijk gegier en ’t inslaan van een granaat. Ik voel de druk en zie ’t stof; ’t is dus verbazend dichtbij. Terwijl ik bij de kinderen op de kamer ben, zie ik aan ’t stof waar hij is ingeslagen, vlak bij huis in den akker. Ik neem 2 kinderen mee naar de kelder. De andere twee zaten al juist in de schuilkelder vanwege ’t zeer lage en heftige vliegen. ’t Blijft een kwartier rustig, waarin iedereen weer aan zijn bezigheden is gegaan, ook de pukken zijn op hun gewone plaats. Dan hooren we weer gegier en inslaan nog erger, nog dichterbij. Ik haal de kinderen weer allemaal bij elkaar en vlucht naar de kelder. En terwijl ik nog in de kelder ben met de kinderen uitgezonderd Han, die mij ontgaan is, komt er weer een granaat gieren en inslaan, zóó hard als de vorige, die is weer dichtbij. Enkele seconden later komen er enkele, ook Han, bleek en ontdaan de kelder ingehold. Ze gingen kijken naar de reeds gevallen granaten, en waren halverwege, toen de derde insloeg, n.l. ook in den hof juist op de plaats van de tweede. Takken, van de boomen gerukt, wijzen goed de plaats en de 3 soldaten, die er vlakbij stonden, hebben ondanks hun snelle platliggen niet kunnen voorkomen dat zij alle drie zeer lichte verwondingen, maar vrij flinke kleerscheuren kregen. Volgens de soldaten zijn het Tommys granaten, maar enkele, waaronder ikzelf ook, zijn van meening dat het van ’n Duitsch geschut is, dat van morgen verderop moest worden ingegraven en dat nu geprobeerd is. Temeer daar even later vreemde soldaten en officieren binnenkomen met kaarten. Er wordt gesproken en gewezen en zij vertrekken weer. Niettemin zijn wij er gelukkig heelhuids afgekomen; enkele kleine scherfjes gingen door en langs de in de nabijheid liggende wasch. Dank U, Lieve Heer! Tegen dat we naar bed gaan meen ik ver weg ’t gerammel van tanks te hooren. In ieder geval is er ’n oorverdoovend artillerie-duel boven Oirschot aan den gang. Anderen zijn van meening, dat dit getrappel is van paarden met wagens! ’t Verschil is nogal groot. Toch moet ik de mijne prijsgeven, want na eenigen tijd komen er inderdaad paarden met wagens langs den weg. En ook duidelijk hoor ik, dat het geschut dat in het dorp inslaat, afgeschoten wordt over ’t kanaal. Wordt zóó mijn verbeelding door den toestand beïnvloed? Ik moet op mezelf passen. We gaan naar bed onder ’t inslaan van granaten in ’t dorp. Enkelen blijven nog wat op, doch tenslotte verdwijnen allen.
Nog geen alarm bij de Duitschers
Ik lig met Nellie en de kinderen aan de mooiste kant van ’t huis, doch ook aan de meest kwetsbare en daarom bepraat ik, welke hulp in geval van nood geboden kan worden. Maar dat we er vannacht opnieuw goed van af zijn gekoomen, is niet tegen te spreken. Voortdurend sloegen de granaten in, 3 maal zeer dicht in de nabijheid. Ik ben niet op geweest, hoewel zeer op mijn qui-vive om bij ’t eerste onheil te kunnen handelen. Men is hier van meening, dat het onverantwoordelijk is geweest, dat we op bed gebleven zijn. ’t Is angstig geweest inderdaad, hoewel bidden en nog eens bidden veel rust gaf. Maar vermindert het gevaar, wanneer ik met 4 slapende kinderen opblijf? Zoolang ’t bij de dicht bij ons liggende Duitschers nog geen alarm is, maak ik met de kinderen nog geen paniekstemming. ’t Is daarom niet uitgesloten, dat ik misschien ooit te laat kom, maar bidden geeft vertrouwen en dan zal ik ’t beschouwen als O.L.Heer’s wil. Bespaar me dan zelfverwijten, Lieve Heer. We vernemen al gauw, dat het deze nacht in ’t dorp ontzettend is geweest en er opnieuw heel veel beschadigd is. Frans liet goede berichten overbrengen. De telefooncentrale bij ’t postkantoor is door de Duitschers opgeblazen. Bij Mar. Scheepens op de Bestscheweg is voor ’t huis weer ’n munitieauto in brand geschoten, gelukkig zonder verdere ongelukken. In Best, d.w.z. onder de
geëvacueerden op de Piekenhoek, zijn weer 4 slachtoffers van een inslaande granaat: 1 vrouw en 3 kinderen. En van ’t front vernemen we, dat de Engelschen bij Millingen over de Duitsche grens gegaan zijn, dat het Engelsche hoofdleger bij Reusel en Arendonk is. We geven ons zelf dus nog weinig bevrijdingskansen. Intusschen vliegen weer massa’s verkenners heen en weer. ’t Vliegveld bij Eindhoven zou weer in gebruik zijn genomen, door de geheele bevolking is dat in 3 dagen tijd klaargemaakt. Af en toe horen we artilleriegeschut. De soldaten bij ons repareeren en probeeren een mitrailleur onder geweldig veel lawaai. De kinderen wennen al heel goed aan de knallen en blijven rustig. ’t Is voor Moeder Kemps wel eens een puzzle om 22 hongerige monden en magen te vullen. Maar we hebben ’t best onder haar vleugels. ’s Middags komt Frans bij ons kijken. Wij zijn blij elkaar en de kinderen weer te zien. Hij geeft ons moed met te zeggen, dat het zoo nog wel een maand kan blijven ! Maar nieuws heeft hij ook niet. In ieder geval schijnt onder de troep, die op ’t Sportpark en in huis is, discipline en orde te zijn. Tot nu toe vermist hij nog niets. Na enkel uurtjes gaat hij weer; ’t was een zeer welkome afwisseling. ’t Is bijna geen oorlog meer!! Schieten hooren we alleen nog maar veraf in de richting Boxtel en Tilburg. Alleen de vliegtuigen getuigen nog van groote activiteit. ’s Avonds meenen enkelen, dat er tanks over de weg Best-Boxtel rijden. Als ik ga luisteren, hooren we niets meer.
Stille nacht
Vannacht is ’t zóó stil geweest als in geen weken. Ik heb geen enkele ontploffing gehoord. In de verte moet wel mitrailleurgeschut geweest zijn. Maar we zijn juist op, of in de richting Boxtel-Liempde begint een geweldig artillerie-duel, gesteund van vliegtuigen. Later vernemen we, dat er nu in Olland gevochten wordt. ’t Gaat hard. Om 11 uur ga ik een paard met longontsteking inspuiten. Op de terugweg bemerken we aan drie kanten vuren! Er wordt gevuurd over Oirschot heen in de richting Boxtel. Dan vallen er granaten in de Notel; blijkbaar wordt de weg onder vuur gehouden. En ’t derde vuren is onder Liempde. We hooren de granaten langs ons gieren en gooien ons plat op de grond. ’t Gaat langs ons heen, nog op flinken afstand. Tevens wordt er in die richting door enkele jagers iets onder schot genomen. We zien ze achter elkaar duiken, schieten en stijgen; ze blijven cirkelen en herhalen hun vuren, totdat we een zware, zwarte rookwolk zien opstijgen. Dan vliegen ze terug en wij gaan ook naar huis. Intusschen zijn er berichten binnen, dat Schijndel vrij is, maar plat geschoten is. Rooij is ook vrij en verder een lijn die van Eindhoven over Rooij-Grave naar Nijmegen loopt. Op de weg onder Oirschot is opnieuw een auto in de lucht gesprongen. De boosdoener schijnt de Tommy te zijn. Hij zou ’s nachts over ‘t kanaal komen om op de weg landmijnen te leggen. ’t Kanaal zou bijna droog zijn, in ieder geval doorwaadbaar. Hoewel ’t mij wat phantastisch klinkt, laat ik het maar zoo. Moeder Kemps is nog niet in orde: hartkloppingen. Onze paarden maken het gelukkig nog goed. In Best zouden reeds 23 burger slachtoffers zijn. In Oirschot nog steeds één, hoewel de gevallen met scherfwonden steeds grooter worden. Vanmiddag is er weer grondvuur in de Notel, het kost 3 slachtoffers aan gewonden. In aansluiting hierop wordt de toren weer onder vuur genomen. We kunnen ’t van ‘t Huufke af zien. Groote stof- en rookwolken komen er uit en we zien de granaten midden in de toren ontploffen. Maar nog steeds staat hij er.
In de richting Liempde is nog voortdurend vuren. Dan komen tegen 6 uur opnieuw geallieerden bij ons aan. De spoorbaan moet binnen de 3 km ontruimd zijn. Nogmaals moeten deze menschen een ander onderdak zoeken. En wanneer is ’t einde daar? We beginnen weer hoop te krijgen, als tegen den avond eenige paarden en wagens gaan vertrekken. Maar de Duitsers vertellen zelf, dat ze naar een andere Dienststelle in Tilburg en Dordrecht overgaan, waar ze met minder materiaal zitten. Dus nog steeds is er ’n commando en ’t is ook geen op zichzelf opereerende troep, die hier bezig is. Weg onze hoop!
Han is jarig
Han is jarig: 7 jaar! Manneke, volgend jaar beter, maar de herinnering aan deze verjaardag moet voor je geheele leven blijvend zijn: Hollander in hart en nieren! Ik ben bijtijds op, om met hem en Tineke naar de Paters naar de H.Mis te gaan, maar nog juist zie ik
de laatste auto’s ’t erf afrijden. Hoerah, ze zijn vertrokken! Maar eigenlijk is ’t maar ’n verhuizing, want nu zijn er Hedel en de Krukkert weer goed mee. Enkele boerderijen blijven hier echter nog door de Duitschers bezet. Tijdens de H.Mis hooren we een kort, maar heftig mitrailleurgevecht, dichtbij. ’s Middags komt Frans feliciteren en de fam. Smits en Kemps tracteert ons op appelbeignets, Hans gekozen lekkernijtje! ’t Is heerlijk. We gaan nog even naar ’t paard bij Habraken kijken en zien tusschen hun en ons een licht geschut, zeer verdekt opgesteld staan. ’t Is anders betrekkelijk rustig aan onze kant. Af en toe hooren we ’t geschut van over ’t kanaal in ’t dorp of ernaast knallen, maar ’t kan ons hier nog niet bereiken. In ’t dorp moeten Jef Timmer en nog enkele anderen hun huis uit, terwijl ’t geschut op ’t Sportpark met bemanning ineens verdwenen is. Menschen uit Spoordonk vertellen dat er in Tilburg hongersnood is en denken ’t ergste van den toestand, nu al ’t materiaal aan dien kant van ’t dorp is terecht gekomen. ’t Lijkt inderdaad een terugtrekking, maar dan toch maar een van 1 ½ – 2 km. In de lucht is nu vlak boven ons ook minder activiteit, zonder te kunnen zeggen, dat het op de een of andere plaats heel erg is. In ’t dorp komen ook minder granaten terecht, hoewel ’t daar natuurlijk nog steeds levensgevaarlijk blijft. ’t Gasthuis brengt zijn liggende patiënten naar de Paters over.
Rustig slapen
We slapen tegenwoordig rustig. ’t Is of de oorlog met al zijn verschrikkingen op een klein afstandje langs ons heen is gegaan. Maar we moeten benijd worden, er moet dus iets gebeuren en we houden ons vóór, dat we eigenlijk nog niets meemaakten. Volgens schattingen zou er nu in Hilvarenbeek flink gevochten worden. Ik vraag me af – als dat zo is – is dat dan ’t leger, dat reeds in Oirschot aan ’t kanaal kwam, of is het een leger dat uit België aanrukt? De radio schijnt gezegd te hebben: nog 8 km van Den Bosch af. Niet onmogelijk, aan het schieten te hooren tenminste, maar ’t is vandaag dien kant uit veel rustiger. Af en toe komt een geschut hier dichtbij in actie, hooren en zien vergaat dan. We raken getraind in het plat neervallen, wat we automatisch doen, zoo gauw we iets dichtbij ons hooren. Vanmorgen lag ik met de drie kinderen midden in de brandnetels in een sloot! Maar ’t ging netjes langs ons heen. Om 2 uur hooren we in de verte, richting Tilburg, een flink bombardement. Even later komen massa’s bommenwerpers hoog over. Zo komen uit het Zuiden en vliegen Noord-Oost. Om 6 uur wordt onze prachtige toren weer onder vuur genomen. ’t Is heviger dan eergisteren. We zien stof- en rookwolken aan alle kanten en af en toe gesteente naar beneden vallen. Hoe zal hij eruitzien en wat zal er nog van overblijven?