Weer ’n rustige nacht. Volop spanning, geheel anders dan gisteren. ’t Dorp aan de kanaalzijde van de straat tot aan ’t Sportpark en tot en met Boterwijk is aan ’t evacueren. Van alles komt langs, sommigen verhuizen met hun geheele inboedel. Frans kan niet te weten komen waarom dit gedeelte op ’t eerste teeken weg moet en wij gissen van alles. In ieder geval brengen wij ook weer ’t nodige uit huis en zetten wat klaar, want wanneer ’t zover is, spreken we af, dan gaan de kinderen en ik ook weg en blijven Frans en Nellie thuis.
In Oirschot beschieten ze éénmaal de brug op den Heuvel, die nog steeds in tact is, en iets in Spoordonk, waarop brandalarm volgt. Jan Rijnen zou afbranden. Omstreeks 4 uur waarschuwt men weer, dat ze mannen aan ’t ophalen zijn voor graafwerk etc. De mannen, behoudens de enkelen die bij verrassing gepakt worden, verdwijnen weer. Omstreeks 5 uur weer vliegtuigen, zeer laag overvliegend. ’t Geschut op den kanaaldijk schiet op ze en we verdwijnen in de kelder. Er gebeurt echter verder niets en we zijn er ook weer gauw uit.
’s Avonds om 10 uur, ik ben al naar bed, wordt er gebeld. Frans verdwijnt en ik ga naar beneden. Door het luikje vraag ik, wat er is. Ook op herhaald vragen krijg ik geen antwoord. Ik verken ’t huis rondom, maar zie niets. Ik waarschuw Frans, maar deze vindt het nog te gevaarlijk om tevoorschijn te komen. Na nog wat wachten en kijken komt hij weer terug. In de richting Eindhoven zien we een ontzettend vuur, in richting Beers 6 à 7 schijnwerpers