Vannacht zijn enkele granaten over ons heen gegaan, ik kon niet meer uitmaken van en naar welke richting ’t kwam en gaat. Maar ze slaan niet dichtbij in, dus ik blijf liggen. Al vroeg krijgen we een bericht uit ’t dorp, dat het daar vannacht ontzettend geweest is, maar bij Frans is alles toch nog goed. Van den oorlog krijgen we geen hoogte meer. Volgens mij houdt de Engelschman met zijn geschut de Duitscher hier vast, maar is niet van plan Best en Oirschot te nemen.
Vandaag is ’t weer zeer slecht, zware regenbuien af en toe. Maar wanneer ’t even droog is, dan schieten de vliegtuigen, vooral jagers, vooral laag, zelfs zeer laag door de lucht. Ze verkennen hier de geheele omgeving. Oppassen dus, want ze zien drommels goed, dat er hier ook Duitschers met wagens en paarden zijn. Hoe zou ’t met onze eigen paarden zijn? Ik weet er niets meer van en ’t gaat aan mijn hart. Maar je krijgt het gevoel steeds meer, dat alles minder waarde krijgt, als je maar de hoofden bij elkaar kunt houden. En dat zal nu ook grote zorg gaan worden, want wat zal er gebeuren, wanneer de vliegmachines gaan beginnen? In ’t dorp hooren we nog steeds de granaten inslaan. Dan komt om 4 uur ’t bericht, dat het dorp op zich geheel ontruimt moet worden, binnen de 5 minuten. Frans blijft nog. Maar we zien de menschen weer sleepende langskomen, bijna nergens is meer plaats. Ze zien er ontdaan uit, ook al van de vele slapeloze nachten, die deze menschen in hun kelders doorbrachten. En ook worden even verder de écvacués er weer uitgestuurd, omdat er Duitschers worden ingekwartierd! Een boerderij van Der Kinderen moet geheel ontruimd worden, de een zegt voor lazaret, de ander vanwege de munitie. Maar ’t is weer vreeselijk, vreeselijk. Hoe zal ’t voor ons nog afloopen? Nellie is niet meer naar ’t dorp geweest.