Onrustige nacht

We hebben onze eerste onrustige nacht gehad en 1½ uur in de kelder doorgebracht. Vóór 1 uur was ‘t, op enkele schoten na, vrij rustig geweest. Maar toen kwamen de projectielen gierend over ons heen en sloegen dichtbij in. Zoo vlug we konden brachten we de slapende kinderen de kelder in. Zoo goed mogelijk trachtten we daar een ligplaats te krijgen, maar ’t bleek zeer slecht te gaan. We hebben ’t er, zoo lang ’t hoog noodig bleek, in uitgehouden, maar toen zijn we toch maar weer naar bed gegaan. De rust was echter van korten duur, want om 5 uur begon aan den overkant van ’t kanaal een verwoed mitrailleur en artilleriegevecht, in de richting van Wintelre. ’t Bleef echter aan dien kant van ’t kanaal, waar we op verschillende plaatsen ook flinke branden zagen. Om half acht worden we weer ons bed uitgeschoten, de projectielen vlogen weer over ons heen. Frans merkte gauw, wat de bedoeling was. Onze prachtige toren! De stukken vlogen er al af. De Duitschers bleken een uitkijkpost in de toren te hebben en deze moet er nu aan ten slachtoffer vallen. ’t Is vreeselijk, vreeselijk! En intusschen maken ze aan onze kant van ’t kanaal weer allerlei stellingen, gericht over ’t kanaal heen. Ze worden dus blijkbaar ook aan den overkant verwacht. Niettemin wordt het er voor ons in Oirschot niet mooier op, want vanuit Best komt ook nog steeds geschut, en we moesten ook weer een half uur naar de kelder, omdat we midden in ’t vuur liggen. Frans vindt ’t niet meer verantwoord, dat ik met de kinderen en Nellie nog langer in deze hel blijf. Hij gaat naar Wilh. Kemps en spreekt af, dat ze ons met een stootkar, om nog wat bedden goed mee te kunnen nemen, komen halen. ’t Is even een slag voor me, waar ik overheen moet. ’t Ergste is dat Frans niet meegaat en thuis blijft. Maar als je de situatie aan alle kanten bekijkt, dan is deze toch de beste oplossing. Om 2 uur nemen we afscheid, bevelen huis en haard nog eens extra aan ’t Lieve Vrouwke en we starten.

Na een veiligen overtocht, waarbij zelfs een enkele maal een granaat over ons heen vliegt, komen we om ± 3 uur bij Kemps aan (nu Straten 18, red.), waar we hartelijk verwelkomt worden, ook door de fam. Smits en Tante Jaantje met haar 2 Zeeuwse évacués, die reeds vanaf Zondag hun bivac hier hebben opgeslagen. Met een groot hart, goede wil en Brabantsche gastvrijheid is hier veel mogelijk, want ook Hertha (hun hond, red.) is met ons, als een trouwe geleider, meegegaan. Inderdaad is ’t hier veel rustiger. We hooren wel ’t schieten van allerlei geschut in allerlei richtingen, maar je krijgt een veiliger gevoel, nu je niet meer zóó dicht onder de vuurlinie zit. Maar ook hier wordt de rust gestoord. Om 7 uur komen een paar Duitschers kwartier maken voor 80 man, 40 paarden en 20 karren. Er is niet vanaf te komen. ’t Brengt weer een enorm extra werk mee: schuren moeten ontruimd worden en alles goed opgeborgen. Er blijven voorloopig 3 man, de anderen zullen nog komen. Om 10 uur komen er 4 soldaten bij: zware baarden, zwarte gezichten en handen, doodvermoeid en zeker 2 gewond, een schot in de kuit. Met warm water en een noodverband is de man weer geholpen. Ze eten wat korsten brood en vertrekken weer. ’t Is afschuwelijk! Blijkbaar waren deze verdwaald, of knijpen ze eruit? Om 11 uur, na een gezamenlijk avondgebed gaan we naar bed.

Comments are closed.